Palestrina: Missa Brevis en madrigalen van tijdgenoten
Sotto Voce heeft, na vertrek van dirigent Wim Opgelder en een periode van rust en nadenken hoe verder te gaan, in mei 2017 een doorstart gemaakt en is verder gegaan als projectkoor met een nieuwe dirigent, Inge Roelands. Evien Oei en Inge Roelands bedachten om per project één componist centraal te stellen en van deze componist steeds zowel wat van het geestelijke als het wereldlijke repertoire te kiezen. Dat hebben we bijna elk jaar gedaan. William Byrd, Thomas Tallis, Orlando di Lasso, Heinrich Schütz, Palestrina. Helaas ging Nederland in lockdown vanwege corona op de dag van onze generale repetitie voor de Palestrina-concerten, 13 maart 2020. In 2021 hebben we een programma met Engelse madrigalen gekozen, met deels al eerder uitgevoerde stukken, maar het was lastig een koor bij elkaar te krijgen. In 2022 Hadden we genoeg vrouwen om een kort Engels programma te kunnen instuderen en er zelfs nog een concertje mee te kunnen geven. In 2022/23 doken we de Middeleeuwen in met het Libre Vermell uit de 13e eeuw. In 2023/2024 hadden we een project rond Claudin de Sermissy.
Bij de evaluatie van dit project en het plannen maken voor een nieuw project memoreerde één van de koorleden het Palestrina-project wat destijds in het water was gevallen en iedereen was hier enthousiast over om de Missa Brevis van Palestrina weer uit de kast te pakken en te zorgen dat het deze keer wel tijdens onze concerten kon klinken.
Het programma voor komend jaar gaat er als volgt uitzien:
Voor de pauze bestaat het programma geheel uit de mis van Palestrina: Missa Brevis. Het was in de 16e eeuw (Palestrina leefde van 1525-1594) gebruikelijk om een mis zonder bepaald thema een wat algemene naam te geven, Missa Brevis (= korte mis) in dit geval. Voor 16-eeuwse begrippen is dit een korte mis, voor onze huidige normen is ie best al aan de lange kant. De vaste vorm van de mis zijn 5 delen, Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus en Agnus Dei. Omdat alle koorleden en de dirigent ook erg van gregoriaans zingen houden, gaan we het Credo mogelijk vervangen voor de Gregoriaanse versie.
De mis werd in de tijd van Palestrina a capella gezongen. Instrumenten werden door de kerk niet getolereerd tijdens de mis. Maar dit waren zeer kundige professionele koren die van kinds af aan opgeleid waren in het zingen van deze muziek. Wij zijn niet op die manier geschoold en laten ons daarom begeleiden door een klein orgel. Een kistorgel heet dit ook wel. Zo wordt de koorklank wat aangevuld en klinkt het geheel wat voller.
Na de pauze zingen we wereldlijke muziek van Palestrina en tijdgenoten uit Italie, Frankrijk, België, Duitsland, Nederland en Engeland. Madrigalen worden deze liedjes genoemd. Het zijn liedjes over de liefde, de natuur, soms de jacht, en werden meestal in huiselijke kring gezongen. De voorloper van de kamermuziek kan je zeggen.
We zingen madrigalen van:
Palestrina (uit Italie)
Orlando di Lasso kwam ook uit Italië. Hij was 5 jaar jonger dan Palestrina. Ze stierven beide in hetzelfde jaar en moeten elkaar gekend hebben.
Arbeau was een Franse wetenschapper uit de 16e eeuw die heel erg bekend was in heel kunstminnend Europa. Hij schreef slechts 1 madrigaal wat heel erg beroemd geworden is, Belle qui tiens ma vie.
Hans Leo Hassler schreef veel Duitstalige madrigalen, maar kopieerde de Italiaanse stijl.
In Nederland hadden we Hubert Waelrant. Een begenadigd componist en een echte tijd- en stijlgenoot van Palestrina. Er is helaas niet heel veel van hem bewaard gebleven, maar we zingen gelukkig toch één madrigaaltje van hem: “Als ic u vinde “
Ook van de Nederlander Emanuel Adriaenssen zingen we een madrigaal “’t Zou een meisken gaan halen wijn”
In Belgie was Clemens een bekend en geliefde liedcomponist. De uitgever van zijn muziek wilde niet dat er verwarring zou ontstaan wie de muziek had gecomponeerd, de Paus in die tijd heette ook Clemens, daarom doopte de uitgever hem Clemens non Papa, en met die naam is hij verder de geschiedenis ingegaan. Hij schreef zijn madrigalen allemaal in het Frans.
En tot slot zingen we enkele Engelse madrigalen van de zeer bekende componisten Thomas Morley en William Byrd. Zij hebben zoveel gecomponeerd, en er is ook zoveel van bewaard gebleven dat we er meerdere concerten mee zouden kunnen vullen. We kiezen er een paar uit om dit concert mee af sluiten.
De musici in de 16 eeuw reisden heel veel. Ze reisden soms met hun broodheer mee, omdat deze zijn koor en orkest graag altijd om zich heen had, om zijn tijd prettig door te komen, maar om ook mee te pronken bij zijn collega-koningen en edellieden.
De musici waren tijdens hun leven vaak bij verschillende hoven of rijke edellieden in dienst. Soms werden ze op pad gestuurd om nieuwe zangers of orkestleden te zoeken. Vooral uit de Nederlanden werden veel jonge zangertjes gehaald, omdat de koorscholen in Nederland Op een enorm hoog niveau waren. Dit was in heel Europa bekend.
De componisten in dit project leefden allemaal in dezelfde periode in hetzelfde deel van Europa waar veel heen en weer gereisd werd. Ze hebben elkaars muziek waarschijnlijk gehoord of gezien, hebben elkaar bewust of onbewust of via via beïnvloed. Wij duiken voor dit projectjaar deze wereld in.
De repetities zijn in de Magnuskerk in Anloo van 10.00 uur tot 12.15 uur en we starten op 4 september.